Evaluatiereglement

Evalueren

Als leerling aan onze kunstacademie ga je een engagement aan en ben je ingeschreven in het deeltijds kunstonderwijs.  Dit is een officiële tak van het Vlaamse onderwijsveld en valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid en de Vlaamse minister van onderwijs.

Dit maakt dat een opleiding bij ons niet vrijblijvend is. Aan het einde van je studietraject ontvang je van ons een attest/diploma/leerbewijs.

Op het einde van de eerste, tweede en derde graad is dit een bewijs van competenties. Wanneer je de vierde graad beëindigt gaat het om een beroepskwalificatie.

Om tot deze attestering te komen makken wij gebruik van (permanente) evaluatie.

EVALUATIESYSTEEM

Waarom evalueren?

Evalueren maakt onlosmakelijk deel uit van de onderwijspraktijk en is nauw verweven met het Artistiek Pedagogisch Project (APP) van de Kunstacademie en met het leerplan Kunstig Competent. Het Artistiek Pedagogisch Project geeft het kader weer waarbinnen de Kunstacademie werkt.

Evalueren geeft je een overzicht op waar je bent in je leerproces en wat er nodig is om alles gestroomlijnd te laten lopen. Evalueren aan het einde van een proces of na een toonmoment of tentoonstelling geeft inzicht over hoe je proces is gegaan, waar je tegenaan liep, wat je sterktes zijn en wat je een volgende keer beter anders kunt aanpakken.

Het eindproduct is voor ons niet heiligmakend. Het werkproces, de bewandelde terzijdes, het persoonlijk onderzoek, de ondernomen verkenningen, de spontane experimenten, de uitgeprobeerde voorstellen, de permanente evaluaties… kunnen allemaal meegenomen worden in de evaluatie. Het belangrijkste is het in kaart brengen van de persoonlijke artistieke groei van een leerling.

Algemene info:

Onze Kunstacademie maakt gebruik van het leerplan Kunstig Competent. Daarin staan de doelen voor het dko.

Link: www.kunstig-competent.be

  • Kunstenaar/Verbeelden

Dit gaat over creatief zijn, over het creëren en ook het in staat zijn om zelf keuzes te maken binnen de artistieke praktijk.

  • Onderzoeker

Dit omvat in grote lijnen de bereidheid om je voelsprieten te gebruiken en je (artistieke) (be)leefwereld uit te breiden.

  • Vakman

Dit omvat het technische luik van elk domein en het toepassen van de technieken en tools die je aangereikt krijgt.

  • Samenspeler/ Dialoog

Dit gaat over het praten over je werk en dat van anderen, over het krijgen en geven van feedback en over het samenwerken, (re)ageren, interactie en inspelen op elkaar.

  • Performer/Tonen

Hierbij gaat het om het naar buiten komen met wat je gemaakt/geleerd hebt. De manier waarop je jezelf en je werk toont.

Evaluatiefiches:

Op basis van het leerplan stelt de Ka! per domein en ook per graad evaluatiefiches op waarin alle doelen in stijgende lijn qua beheersingsniveau worden opgenomen.

We geven de beoogde doelen op een heldere, overzichtelijke en begrijpelijke manier weer alsook de feedback van de leerkracht hierop.

De evaluatiefiches worden tweemaal per jaar ingevuld door de betrokken leerkrachten via het digitaal platform DKO3.

We doen dit een eerste keer in januari en een tweede maal aan het einde van het schooljaar in juni. Je ontvangt een bericht per mail en kan dan via je account op ‘Mijn Academie’ je fiche(s) nalezen.

Feedback:

Binnen de Ka! hebben wij een cultuur van vrijwel continue mondelinge feedback. Tijdens de les, na een toonmoment, na/tijdens een tentoonstelling, na een oefening... ontvangen leerlingen feedback zowel van de leerkracht alsook van de medeleerlingen.
Dit gebeurt steeds op een constructieve manier: het geven en ontvangen van feedback maakt een belangrijk deel uit van je leertraject binnen de Ka!

Hierdoor heb je doorheen het jaar zicht op je vooruitgang en uitdagingen en kom je bij de schriftelijke evaluatie niet voor verrassingen te staan. De schriftelijke fiches zijn een samenvatting van wat reeds in de lessen gezegd werd.

Ouder/leerlingcontact:

Wij streven ernaar om (indien nodig) 1 a 2 keer per jaar een gesprek aan te gaan met ouder en/of leerling om de gegeven feedback (schriftelijk en mondeling) en de evolutie binnen het leerproces te bespreken. In zo’n gesprek is wat meer tijd en ruimte om dieper op bepaalde zaken in te gaan. Meestal zal een ouder/leerlingcontact plaatsvinden kort na het ontvangen van de evaluatiefiche.

Zelfevaluatie:

Net als aan het geven van feedback aan anderen hechten wij ook bijzonder veel waarde aan het zelf kunnen inschatten en benoemen van eigen sterktes en werkpunten.

Daarom vragen we onze leerlingen om aan zelfevaluatie te doen. Dit kan mondeling tijdens het lesmoment maar het kan ook schriftelijk met behulp van tools aangereikt door de leerkracht.

Voor de leerlingen Beeld van de eerste en de tweede graad werd de Kunstenpas ontwikkeld. Deze kan gebruikt worden door leerkrachten bij het leren bespreken van een werk van onze jongste leerlingen (6-12 jaar). Zij krijgen op hun maat een aantal vragen die ze individueel en persoonlijk kunnen beantwoorden. Op die manier kan de leerkracht dit vergelijken met de eigen evaluatie en kan dit elkaar versterken of voor nuancering zorgen. Dit is enkel ‘richtinggevend’ en gebeurt bij voorkeur vanuit een positieve en constructieve blik op het leerproces.

DE EVALUATIEMOMENTEN

Wat telt als evaluatiemoment?

De leerkracht kan gelijk welke activiteit aanwenden als evaluatiemoment. Dit kan zowel tijdens de les alsook tijdens andere activiteiten zoals openbare toonmomenten, een auditie, een tentoonstelling, klasconcert, voorstelling, optreden op de dag van de academies of Leerling Tovenaar, Kerst in de KA!, bespreking van het werk in het atelier… de mogelijkheden zijn onuitputtelijk.

Hoeveel keer evalueren we de leerling gedurende het schooljaar?

Er is geen maximum aantal evaluatiemomenten bepaald. Per schooljaar evalueren we de leerling minstens 2 keer. Bij meerdere evaluatiemomenten per semester vatten we de verschillende beoordelingen samen. De samenvatting is daarna te lezen op je evaluatiefiche.

Hoe zijn de evaluatiemomenten gespreid over het schooljaar?

Evaluatiemomenten kunnen het hele schooljaar door en kunnen dus zowel kort op elkaar als gespreid in de tijd, afhankelijk van de aard en grootte van het evaluatiemoment.

We delen het schooljaar op in 2 evaluatieperiodes. De eerste evaluatieperiode sluiten we af eind januari, de tweede eind juni.  Alle evaluatiemomenten worden ingepland door de leerkracht (al dan niet in samenspraak met de leerling m.b.t. beschikbaarheden) alsook de communicatie omtrent de evaluatiemomenten.

DE EVALUATOR

Wie beoordeelt een evaluatiemoment?

Dit is in eerste plaats de leerkracht zelf. Zeker tijdens kleinere toonmomenten of tentoonstellingen is dit voldoende. De leerkracht kan om extra input te krijgen ook beroep doen op een collega. Die moet niet per se in dezelfde discipline les geven. Dit kan zowel tijdens een les/repetitie als tijdens een tentoonstelling of toonmoment.
Voor eindjaren in de podiumkunst (4.3 & S2) kan er ook beroep gedaan worden op externe juryleden die dan woordelijk verslag uitbrengen van wat ze hebben waargenomen.

Leerlingen Beeld die afstuderen in de 3de graad,  4de graad of in de specialisatie presenteren hun werk altijd aan een externe jury. De leerling is aanwezig bij de jurering. De jury gaat in gesprek met de leerling waarbij die zijn/haar werk kan toelichten.

RAPPORTERING

Eindbeoordeling ?

De appreciaties van beide evaluatieperiodes (ook deze met eventuele externe evaluator) worden uiteindelijk gebundeld tot één eindbeoordeling namelijk geslaagd of niet geslaagd.
Deze eindbeoordeling ontvang je aan het eind van het schooljaar op je evaluatiefiche.

Wat ontvang je aan het einde van een graad/opleiding?

Indien je eindbeoordeling ‘geslaagd’ is ontvang je aan het einde van elke graad een getuigschrift/attest/leerbewijs.

Dit bewijs ontvang je op papier en wordt overhandigd tijdens de proclamatie waarvoor je door de Ka! wordt uitgenodigd.